Het begon allemaal rond 1950, toen werd er voor het eerst carnaval gevierd in Barger-Compascuum. De grondleggers hiervan waren Bets Steins uit Limburg en Jan Duivenvoord uit Deventer, beide docent aan de Sint Theresiaschool. De eerste Carnavals avonden bestond uit een toneeluitvoering met daarna een bal, dit gebeurde altijd de zaterdag voor de vastenperiode. Na een aantal jaren het zo gevierd te hebben besloot de toneel vereniging ermee te stoppen. Het Carnaval zou wel moeten doorgaan en zo werd in 1965 een vereniging opgericht.
Op een mooie zondag na de heilige mis in café Hogelink werd het nieuwe bestuur gekozen bestaande uit: Herman Nusse, Wim hartmann, Bé Lingenaar, Luut Lukkien, Ham Hartmann en Remmel Pool. Nu was er een vereniging en een bestuur echter nog geen naam, hoe is deze ontstaan? Na de vergadering onder een versnapering werden allerlei namen genoemd, maar nooit een goeie. Totdat Hendrik Bruins, een stamgast, kwam met de naam Stachelzwein uiteindelijk veranderd naar ’t Stiekelzwien.
De eerste prins van ’t Stiekelzwien was de dorpskapper, Gradus Wolken. Gradus stelde zijn salon altijd ter beschikking voor het grimeurwerk voor clowns en bestuurleden. Bij het bekend maken van de eerste prins werd Gradus in een grote kruiwagen de zaal ingereden, helemaal omsingeld door turf en afgedekt met een doek. Eenmaal midden in de zaal werd hij door Luut Lukkien uit de kruiwagen “gegooid” . Iets waar hij wel een paar dagen last van heeft gehad. Officieel kreeg het Stiekelzwien in 1970 haar eerste prinsen, wat de meeste mensen niet weten is dat Gradus dit weekend wel degelijk een prinsen had, Annie van Geert Lippold. Echter is deze nooit als zodanig benoemd.
Na een goed begin kreeg ook ’t Stiekelzwien te m aken met problemen, met name de geringe financiële middelen maakten het steeds moeilijker om het feest te organiseren. In januari 1970 stonden ze dan ook voor de moeilijke beslissing stoppen of op een andere manier doorgaan. Het bestuur besloot voor het laatste en kreeg hierbij steun van een aantal leden. Het waren Jan wehkamp, Wim Hartmann, Herman Nusse en Luut Lukkien die het carnaval een nieuw impuls hebben gegeven mede door het initiatief om leden te werven. Ook werd het bestuur in groepen verdeeld met daarbij een duidelijke taakverdeling .
De eerste leden waren de heren van het veteranen elftal, in totaal 38 man. Dit onder de voorwaarde dat er wel twee feestavonden in het jaar gehouden zouden worden. Dit werd uiteraard toegezegd.
Hierna zijn de fanatieke bestuursleden huis aan huis gegaan om leden te werven en binnen mum van tijd had de vereniging 150 leden. Maar hier bleef het niet bij, het bestuur kwam op het idee om een optocht te organiseren. Bob Deddens en Hendrik Gustin gingen hierop de boeren bij langs om te vragen of deze ruimte tot beschikking wilden geven voor het bouwen van een wagen. Al deze boeren zegden hun medewerking toe waarop alle vereniging in het dorp werd gevraagd een wagen te bouwen.
Zo geschiedde het dus dat ’t Stiekelzwien in 1971 als herboren terug kwam met een optocht en Prins Iegel K. Velema en Prinses E. Hölscher-Klöne in hun eigen open sjees.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.